Gietmortel wordt gebruikt om constructies te ondergieten die krachten moeten overbrengen naar onderliggende bouwdelen of funderingen.
Epoxy heeft een lagere E-modulus dan een cementgebonden product, waardoor epoxy taaiere eigenschappen vertoont dan cementgebonden gietmortel, die eerder bros van aard is.
Om deze reden wordt epoxy vaak gebruikt in situaties waar sprake is van dynamische belastingen i.c.m. geringe laagdikten.
De 5 veelvoorkomende fouten:
1. Onvoldoende voorbereiding van de ondergrond:
Zorg ervoor dat de ondergrond opgeruwd en schoon (vrij van stof, vuil en vet) is voordat je begint met het aanbrengen van de gietmortel.
2. Te hoge restvocht in de ondergrond:
Water en epoxy gietmortel zijn geen goede combinatie, dus zorg ervoor dat de ondergrond voldoende droog is voordat je de mortel aanbrengt. Het vochtgehalte in minerale ondergronden mag niet meer dan 4% bedragen.
3. Te kort mengen:
Meng de verschillende componenten 3 tot 5 minuten, giet het mengsel over in een schoon metalen vat en meng nogmaals gedurende 1 minuut.
4. Gieten van te grote volumes: Epoxy gietmortel genereert tijdens het verharden meer warmte dan cementgebonden gietmortel. Bij te grote volumes kan deze warmteontwikkeling leiden tot scheurvorming.
5. Onvoldoende nabehandeling:
Het oppervlak dient gedurende 24 uur beschermd te worden tegen vorst en alle vormen van contact met vocht, denk ook aan condens.
Door deze fouten te vermijden, kun je ervoor zorgen dat je constructie sterk en duurzaam blijft.